Fusing is het proces van stukken glas samensmelten in een daarvoor bestemde Oven.
Het vlak kan versmolten worden van verschillende kleuren glas, abstract of met weloverwogen motief. Het kan gecombineerd worden met de techniek Slumping om b.v. een schaal te vormen van het versmolten glas.
De techniek van glasfusen:
Voor fusing kan eigenlijk ieder soort glas gebruikt worden, maar er zitten wat dat betreft wat “regeltjes” achter. Glas heeft namelijk, net zoals alle materialen “last” van uitzetten als het warmer wordt en krimpen als het kouder wordt.
De mate van uitzetting wordt uitzettingscoëfficiënt genoemd. Afgekort als: COE of Expansion.
Als de stukken glas niet hetzelfde uitzettingscoëfficiënt hebben, dan zal er tijdens het verwarmen of afkoelen dusdanig veel spanning tussen de glasplaten ontstaan, dat deze zullen barsten. Over het algemeen is het zo dat, hoe hoger de COE waarde, hoe lager het smeltpunt van glas zal zijn.
Zodra er stukken glas aan elkaar worden gesmolten die uit een en dezelfde plaat worden gehaald, dan zal het wel goed zitten met de uitzetting.
Maar zodra er echter stukken glas uit meerdere platen worden gebruikt, dan dienen deze platen wel de zelfde uitzettingcoëfficiënt te hebben, anders zal het werkstuk gegarandeerd barsten. Om er zeker van te zijn dat het glas dezelfde uitzettingcoëfficiënt heeft (compatibel is), wordt er door een aantal fabrikanten zogenaamd “Tested Compatible” glas gemaakt.
Buiten platen glas, wordt er ook glas geleverd in kleine stukjes: Frits. Deze stukjes kunnen in grootte uiteenlopen van 8mm tot poeder. Ook zijn er zogenaamde Rods (staven van ongeveer 6mm doorsnede) Stringers (staven van 2-3mm doorsnede)
Beschikbaar om speciale effecten te kunnen bereiken.
Om het glas aan elkaar te kunnen smelten, zal eerst min of meer vloeibaar moeten worden. Een van de eigenschappen van vloeibaar glas is dat het een hoge cohesie (interne aantrekkingskracht) heeft. Daardoor zal het glas altijd naar elkaar toetrekken.
Dit gaat echter niet oneindig door. Dit gaat echter niet oneindig door. Het glas heeft het liefste een dikte van ongeveer 6mm. Dit is de dikte van ongeveer twee platen glas op elkaar. Als er een enkele plaat wordt gefused, dan zal het werkstuk een beetje “krimpen”en dat zal in het eindresultaat zichtbaar zijn.
Als er drie platen op elkaar worden gefused krijg je een omgekeerd effect. Doordat het glas naar 6mm dikte toe wilt gaan, zal het uiteindelijke werkstuk iets groter worden.
De genoemde eigenschappen zijn de oorzaak van dat er over het algemeen wordt gefused met twee platen glas op elkaar. Wel worden er soms stinger of frit aan toegevoegd om een bepaald effect te bereiken.
